De weledele Koran is het eeuwige wonder dat Allah aan Zijn Boodschapper Mohammed (vrede zij met hem) heeft geopenbaard om de mensen uit de duisternis te doen treden, het licht van verlossing tegemoet. Een boek dat leiding in zich draagt. Een boek dat bedoeld is als verblijding en als waarschuwing voor de gehele mensheid.
Allah, de Verhevene, zegt:
قُلْ يَا أَيُّهَا النَّاسُ إِنِّي رَسُولُ اللّهِ إِلَيْكُمْ جَمِيعاً الَّذِي لَهُ مُلْكُ السَّمَاوَاتِ وَالأَرْضِ لا إِلَـهَ إِلاَّ هُوَ يُحْيِـي وَيُمِيتُ فَآمِنُواْ بِاللّهِ وَرَسُولِهِ النَّبِيِّ الأُمِّيِّ الَّذِي يُؤْمِنُ بِاللّهِ وَكَلِمَاتِهِ وَاتَّبِعُوهُ لَعَلَّكُمْ تَهْتَدُونَ
“Zeg: ,,O mensen, voorwaar, ik ben de Boodschapper van Allah voor jullie allen. (Allah is) Degene aan Wie het Koninkrijk over de hemelen en de aarde behoort, geen god is er dan Hij. Hij doet leven en Hij doet sterven. Gelooft daarom in Allah en Zijn Boodschapper, de ongeletterde Profeet, die in Allah en Zijn Woorden gelooft en volgt hem. Hopelijk zullen jullie Leiding volgen.”
(soerat al-Acraaf: 158)
Ook zegt Allah:
تَبَارَكَ الَّذِي نَزَّلَ الْفُرْقَانَ عَلَى عَبْدِهِ لِيَكُونَ لِلْعَالَمِينَ نَذِيراً
“Gezegend is Degene die de Foerqaan heeft neergezonden naar Zijn dienaar, opdat hij een waarschuwer voor de werelden zal zijn.”
(soerat al-Foerqaan: 1)
Middels deze Koran is de boodschapper van Allah (vrede zij met hem) de uitdaging aangegaan met de toenmalige Arabieren. Deze uitdaging spoorde hen aan met een gelijke aan de Koran te komen. De Koran die geopenbaard was in hun eigen spreektaal. Toch waren zij, die bekend stonden als de “meesters van de Arabische taal”, niet in staat om deze uitdaging te volbrengen. Zij waren niet bij machte met een gelijke van de Koran te komen, noch het gelijke aan tien hoofdstukken of het gelijke aan één hoofdstuk (Soerah). Het niet kunnen vervullen van deze uitdaging geeft aan dat het hier om een wonder gaat. Een teken van Allah, de Verhevene.
Tevens kenmerkend voor dit boek, is de zorg en de bescherming die hij geniet. Zorg en bescherming van niemand minder dan de Almachtige. Een bescherming die geen van de eerdere boeken is toegekomen. Allah zegt namelijk:
إِنَّا نَحْنُ نَزَّلْنَا الذِّكْرَ وَإِنَّا لَهُ لَحَافِظُونَ
“Voorwaar, Wij zijn het Die de Vermaning hebben neergezonden. En voorwaar, Wij zijn daarover zeker de Wakers.”
(soerat al-Hidjr: 9)
De boodschap van de Koran reikt zelfs verder dan de mensheid, want het is tevens bedoeld voor de Djinn. Allah zegt:
وَإِذْ صَرَفْنَا إِلَيْكَ نَفَراً مِّنَ الْجِنِّ يَسْتَمِعُونَ الْقُرْآنَ فَلَمَّا حَضَرُوهُ قَالُوا أَنصِتُوا فَلَمَّا قُضِيَ وَلَّوْا إِلَى قَوْمِهِم مُّنذِرِينَ
قَالُوا يَا قَوْمَنَا إِنَّا سَمِعْنَا كِتَاباً أُنزِلَ مِن بَعْدِ مُوسَى مُصَدِّقاً لِّمَا بَيْنَ يَدَيْهِ يَهْدِي إِلَى الْحَقِّ وَإِلَى طَرِيقٍ مُّسْتَقِيمٍ
يَا قَوْمَنَا أَجِيبُوا دَاعِيَ اللَّهِ وَآمِنُوا بِهِ يَغْفِرْ لَكُم مِّن ذُنُوبِكُمْ وَيُجِرْكُم مِّنْ عَذَابٍ أَلِيمٍ
“En (gedenkt) toen Wij een paar van de Djinns bij jou brachten, om naar de Koran te luisteren. Toen zij daarbij aanwezig waren, zeiden zij: ,,Zwijgt!” En toen (de voordracht) beëindigd was, keerden zij tot hun volk terug als waarschuwers. Zij zeiden: ,,O volk van ons, voorwaar wij hebben over een Boek gehoord dat is neergezonden na Moesa, ter bevestiging van wat daarvoor was, het leidt naar de Waarheid en de rechte Weg. O volk van ons, geeft gehoor aan de oproeper van Allah en gelooft in hem, dan zal Hij jullie zonden vergeven en Hij zal jullie redden van een pijnlijke bestraffing.”
(soerat al-Ahqaaf: 29-31)
De definitie van de Koran
Taalkundig is het woord “Koran” gelijk aan het woord “Qiraa’ah” oftewel “recitatie”. Allah zegt namelijk:
إِنَّ عَلَيْنَا جَمْعَهُ وَقُرْآنَهُ
فَإِذَا قَرَأْنَاهُ فَاتَّبِعْ قُرْآنَهُ
“Voorwaar, het is aan Ons hem te doen bewaren en hem voor te doen dragen. Wanneer Wij hem dan hebben doen voordragen, volg dan zijn voordracht.”
(soerat al-Qiyaamah: 17-18)
Wel is het woord “Koran” in deze context specifieker qua betekenis, want het slaat hier namelijk op het Boek dat neergedaald is op Mohammed (vrede zij met hem). Ook hebben geleerden gezegd dat de reden dat - van alle andere hemelse boeken - dit boek de naam “de Koran” toebedeeld heeft gekregen, is omdat dit Boek de vruchten van de andere boeken in zich draagt en nog veel meer.
De term “Koran” kan zowel slaan op het algehele boek als verzen daarvan. Daarom als men iemand verzen uit de Koran hoort voordragen, dan is het toegestaan om te zeggen: “Hij reciteert de Koran.”
Ook Allah zegt namelijk:
وَإِذَا قُرِئَ الْقُرْآنُ فَاسْتَمِعُواْ لَهُ وَأَنصِتُواْ لَعَلَّكُمْ تُرْحَمُونَ
“En als de Koran wordt voorgedragen, luistert er dan naar en zwijgt, hopelijk zullen jullie begenadigd worden.”
(soerat al-Acraaf: 204)
Om de Koran van de andere boeken te onderscheiden en de definitie ervan nog meer te verduidelijken, wordt hij door de geleerden omschreven als: “De Koran is het Woord van Allah dat geopenbaard is op Mohammed (vrede zij met hem) waarvan de recitatie als aanbidding telt.”
De Koran heeft van Allah verschillende namen toegekend gekregen zoals:
-Al-Kitaab;
لَقَدْ أَنزَلْنَا إِلَيْكُمْ كِتَاباً فِيهِ ذِكْرُكُمْ أَفَلَا تَعْقِلُونَ
“Voorzeker, Wij hebben aan jullie een Boek doen neerdalen met daarin jullie eer. Begrijpen jullie het niet?”
(soerat al-Anbiyaa’: 10)
-Al-Foerqaan;
تَبَارَكَ الَّذِي نَزَّلَ الْفُرْقَانَ عَلَى عَبْدِهِ لِيَكُونَ لِلْعَالَمِينَ نَذِيراً
“Gezegend is Degene Die de Foerqaan heeft neergezonden naar Zijn dienaar, opdat hij een waarschuwer zal zijn.”
(al-Foerqaan: 1)
-Adh-Dhikr;
إِنَّا نَحْنُ نَزَّلْنَا الذِّكْرَ وَإِنَّا لَهُ لَحَافِظُونَ
“Waarlijk, Wij hebben de Openbaring neder doen dalen en waarlijk, Wij zullen erover waken.”
(soerat al-Hidjr: 9)
-En zo nog vele andere namen.
Naast deze namen kent de Koran ook talrijke eigenschappen waaronder:
-An-Noer (het licht);
يَا أَيُّهَا النَّاسُ قَدْ جَاءكُم بُرْهَانٌ مِّن رَّبِّكُمْ وَأَنزَلْنَا إِلَيْكُمْ نُوراً مُّبِيناً
“O mensen, er is voor jullie waarlijk een Bewijs van jullie Heer gekomen en Wij hebben een duidelijk Licht (de Koran) over jullie doen neerdalen.”
(soerat an-Nisaa’:174)
-Leiding, genezing, genade, vermaning;
يَا أَيُّهَا النَّاسُ قَدْ جَاءتْكُم مَّوْعِظَةٌ مِّن رَّبِّكُمْ وَشِفَاء لِّمَا فِي الصُّدُورِ وَهُدًى وَرَحْمَةٌ لِّلْمُؤْمِنِينَ
“O mensen, voorzeker, er is een vermaning van jullie Heer tot jullie gekomen en een genezing voor wat in jullie harten is, en Leiding en Barmhartigheid voor de gelovigen.”
(soerat Yoenoes: 57)
-Gezegend;
وَهَـذَا كِتَابٌ أَنزَلْنَاهُ مُبَارَكٌ مُّصَدِّقُ الَّذِي بَيْنَ يَدَيْهِ وَلِتُنذِرَ أُمَّ الْقُرَى وَمَنْ حَوْلَهَا وَالَّذِينَ يُؤْمِنُونَ بِالآخِرَةِ يُؤْمِنُونَ بِهِ وَهُمْ عَلَى صَلاَتِهِمْ يُحَافِظُونَ
“En dit is een Boek dat Wij neergezonden hebben, gezegend en bevestigend wat er (aan openbaringen) aan voorafging; om Oemmoel-qoeraa (Mekka) mee te vermanen en degenen om haar heen. En degenen die in het Hiernamaals geloven, geloven erin. En zij waken over hun salaat.”
(soerat al-Ancaam: 92)
-Verduidelijking;
يَا أَهْلَ الْكِتَابِ قَدْ جَاءكُمْ رَسُولُنَا يُبَيِّنُ لَكُمْ كَثِيراً مِّمَّا كُنتُمْ تُخْفُونَ مِنَ الْكِتَابِ وَيَعْفُو عَن كَثِيرٍ قَدْ جَاءكُم مِّنَ اللّهِ نُورٌ وَكِتَابٌ مُّبِينٌ
“O Lieden van de Schrift! Waarlijk, Onze Boodschapper is tot jullie gekomen; hij heeft jullie veel duidelijk gemaakt van wat jullie van de Schrift verborgen, en hij heeft jullie veel kwijtgescholden. Waarlijk, er is van Allah een Licht (de Profeet) en een duidelijk Boek (de Koran) tot jullie gekomen.”
(soerat al-Maa’idah: 15)
-En zo zijn er nog talrijke andere eigenschappen.
Openbaring
We hebben eerder aangegeven dat de Koran een openbaring (Wahiy) is geweest aan Mohammed (vrede zij met hem). Maar wat betekent het woord “Wahiy”? Het woord “Wahiy” betekent letterlijk “een snelle aanwijzing” (الاشارة). Wanneer een persoon zegt
“او حيت الى فلان”,wil dat zeggen dat er iets aan iemand is verteld, wat voor een ander verborgen wordt gehouden.
Het woord “Wahiy” heeft twee zaken in zich:
1. Snelheid
2. Verborgenheid
Vandaar dat wij kunnen zeggen dat “al-Wahiy” een heimelijke vorm van berichtgeving is die gekenmerkt wordt door snelheid en die alleen bestemd is voor degene voor wie het bedoeld is (de aangesprokene) en niet opgevangen kan worden door anderen.
Taalkundig kan de term “al-Wahiy” ook slaan op de natuurlijke ingeving die zich voordoet bij mensen, zoals in het geval van de moeder van Moesa.
Allah zegt namelijk:
وَأَوْحَيْنَا إِلَى أُمِّ مُوسَى أَنْ أَرْضِعِيهِ فَإِذَا خِفْتِ عَلَيْهِ فَأَلْقِيهِ فِي الْيَمِّ وَلَا تَخَافِي وَلَا تَحْزَنِي إِنَّا رَادُّوهُ إِلَيْكِ وَجَاعِلُوهُ مِنَ الْمُرْسَلِينَ
“En Wij inspireerden aan de moeder van Moesa: ,,Zoog hem”, maar als jij voor hem vreest, werp hem dan in de rivier, en vrees niet en treur niet: voorwaar, Wij zullen hem bij jou terugbrengen en hem tot één van de Boodschappers maken.”
(soerat al-Qasas: 7)
Het kan ook slaan op de natuurlijke ingeving die kan optreden bij dieren (الا لهام الغريزي), zoals in het geval van bijen. Allah zegt namelijk in de Koran:
وَأَوْحَى رَبُّكَ إِلَى النَّحْلِ أَنِ اتَّخِذِي مِنَ الْجِبَالِ بُيُوتاً وَمِنَ الشَّجَرِ وَمِمَّا يَعْرِشُونَ
“En jouw Heer inspireerde de bij: ,,Bouw huizen in de bergen en in de bomen en in wat zij (de mensen) bouwen.”
(soerat an-Nahl: 68)
Ook kan het gebruikt worden in geval van influisteringen van de shaitaan. Allah zegt:
وَلاَ تَأْكُلُواْ مِمَّا لَمْ يُذْكَرِ اسْمُ اللّهِ عَلَيْهِ وَإِنَّهُ لَفِسْقٌ وَإِنَّ الشَّيَاطِينَ لَيُوحُونَ إِلَى أَوْلِيَآئِهِمْ لِيُجَادِلُوكُمْ وَإِنْ أَطَعْتُمُوهُمْ إِنَّكُمْ لَمُشْرِكُونَ
“En eet niet van hetgeen waarover (tijdens het slachten) de Naam van Allah niet is uitgesproken en voorwaar, dat is zeker een zware zonde. En voorwaar, de satans fluisteren hun vrienden in om met jullie te redetwisten en als jullie hen gehoorzamen, dan zullen jullie zeker veelgodenaanbidders worden.”
(soerat al-Ancaam: 121)
Maar als wij het echter hebben over de “Wahiy” die afkomstig is van Allah en richting Zijn profeten gaat, dan hebben wij het over de Woorden van Allah die Hij doet neerdalen op één van Zijn profeten.
De wijzen van openbaren
Het openbaren aan de profeten gebeurt zowel met een intermediair als zonder een intermediair.
-Een vorm van openbaren zonder intermediair is het krijgen van een goede droom
(الرؤية الصالحة). Het krijgen van een droom geldt in geval van profeten namelijk als een manier van openbaren. Het bewijs hiervoor is te vinden in het verhaal van Ibrahiem (vrede zij met hem) toen hij opgedragen werd om zijn zoon Ismaïl (vrede zij met hem) te offeren. Allah zegt:
فَبَشَّرْنَاهُ بِغُلَامٍ حَلِيمٍ
فَلَمَّا بَلَغَ مَعَهُ السَّعْيَ قَالَ يَا بُنَيَّ إِنِّي أَرَى فِي الْمَنَامِ أَنِّي أَذْبَحُكَ فَانظُرْ مَاذَا تَرَى قَالَ يَا أَبَتِ افْعَلْ مَا تُؤْمَرُ سَتَجِدُنِي إِن شَاء اللَّهُ مِنَ الصَّابِرِينَ
فَلَمَّا أَسْلَمَا وَتَلَّهُ لِلْجَبِينِ
وَنَادَيْنَاهُ أَنْ يَا إِبْرَاهِيمُ
قَدْ صَدَّقْتَ الرُّؤْيَا إِنَّا كَذَلِكَ نَجْزِي الْمُحْسِنِينَ
إِنَّ هَذَا لَهُوَ الْبَلَاء الْمُبِينُ
وَفَدَيْنَاهُ بِذِبْحٍ عَظِيمٍ
وَتَرَكْنَا عَلَيْهِ فِي الْآخِرِينَ
سَلَامٌ عَلَى إِبْرَاهِيمَ
كَذَلِكَ نَجْزِي الْمُحْسِنِينَ
إِنَّهُ مِنْ عِبَادِنَا الْمُؤْمِنِينَ
وَبَشَّرْنَاهُ بِإِسْحَاقَ نَبِيّاً مِّنَ الصَّالِحِينَ
“Toen verkondigden Wij hem de verheugende tijding van een zachtmoedige jongen (Ismaaciel). Toen hij de leeftijd had bereikt waarop hij hem (Ibrahim) kon helpen, zei hij: ,,O mijn zoon, voorwaar, ik heb in een droom gezien dat ik jou zal offeren, zeg mij hoe jij daarover denkt.” Hij zei: ,,O mijn vader, doe wat u is bevolen, u zult vinden dat ik, als Allah het wil, tot de geduldigen behoor.” Toen zij zich (aan Allah) hadden overgegeven en hij hem op zijn slaap had gelegd (om te offeren). Toen riepen Wij tot hem: ,,O Ibrahiem! Waarlijk, jij hebt de droom in waarheid vervuld. Voorwaar, zo belonen Wij de weldoeners.” Voorwaar, dat is zeker de duidelijke beproeving. En Wij gaven hem ter vervanging een geweldig offerdier. En Wij maakten voor hem (zijn goede naam) blijvend onder de lateren. Vrede zij met Ibrahim. Zo belonen Wij de weldoeners. Voorwaar, hij behoort tot Onze gelovige dienaren. En Wij verkondigden hem de verheugende tijding over (de geboorte van) Ishaaq, als een Profeet van de rechtschapenen.”
(soerat as-Saaffaat: 101-112)
Als deze droom van Ibrahiem (vrede zij met hem) geen openbaring was geweest, dan zou hij niet overgaan tot het slachten van zijn zoon, was het niet dat Allah opdracht gaf aan Ibrahiem (vrede zij met hem) om in plaats van zijn zoon een dier te offeren.
-De tweede vorm van openbaren waarbij geen intermediaire betrokken is, is het toegesproken worden door Allah van achter een Hidjaab (afscheiding), zoals zich voordeed in het geval van Moesa (vrede zij met hem). Allah zegt:
وَرُسُلاً قَدْ قَصَصْنَاهُمْ عَلَيْكَ مِن قَبْلُ وَرُسُلاً لَّمْ نَقْصُصْهُمْ عَلَيْكَ وَكَلَّمَ اللّهُ مُوسَى تَكْلِيماً
“En (Wij zonden) Boodschappers over wie Wij jou waarlijk reeds verhaald hebben en (Wij zonden) Boodschappers over wie Wij jou niet verhaald hebben. En Allah voerde een gesprek met Moesa."
(soerat an-Nisaa': 164)
Deze vorm van openbaring is tevens onze Profeet (vrede zij met hem) toegekomen tijdens de nacht van de Hemelvaart.
Dit wat betreft “al-Wahiy” waarbij geen intermediaire betrokken is. De andere vorm van openbaren is die waarbij er een intermediair aan te pas komt in de gedaante van een Engel. Dit kan gepaard gaan met een hevig geluid dat iets weg heeft van de klanken van een bel. Dit is de allerzwaarste vorm van openbaring. In andere gevallen neemt de Engel de gedaante aan van een gewone man en stapt dan binnen bij de Profeet (vrede zij met hem) om het één en ander aan openbaring over te dragen. Naar deze verschillende vormen verwees Allah dan ook met zijn woorden:
وَمَا كَانَ لِبَشَرٍ أَن يُكَلِّمَهُ اللَّهُ إِلَّا وَحْياً أَوْ مِن وَرَاء حِجَابٍ أَوْ يُرْسِلَ رَسُولاً فَيُوحِيَ بِإِذْنِهِ مَا يَشَاءُ إِنَّهُ عَلِيٌّ حَكِيمٌ
“Het past de mens niet dat Allah tot hem spreekt, behalve door middel van een openbaring of van achter een scherm of door het zenden van een gezant (Djibriel), die het dan openbaart met Zijn toestemming, zoals Hij wil. Voorwaar, Hij is Verheven, Alwijs.”
(soerat ash-Shoeraa: 51)
Bron: al-yaqeen.com